dinsdag 22 mei 2012

Leertips

Vandaag heb ik tips om te leren. Want de toetsweken komen er al weer aan en je moet hard leren om goed te blijven staan op je laatste maar belangrijkste rapport. Dus vandaag wat tips om te leren voor jullie.




Mindmappen

mindmap

Mindmappen is een methode om gedachten, informatie of kennis visueel te maken, waardoor je makkelijk structuur ziet en daardoor beter onthoudt of op nieuwe ideeën komt. Het wordt niet alleen door leerlingen gebruikt om lange stukken stof te leren (in plaats van samenvatten), maar ook is het een goede “tool” voor het kiezen van een onderwerp voor een opstel. Kijk eens wat je werkelijk van het onderwerp weet en waar je een goed verhaal over kunt schrijven. Kun je dan toch niet beter dat andere onderwerp nemen dat misschien wat saaier lijkt, maar waar je veel meer van blijkt te weten en dus een beter verhaal over kunt schrijven.
Ook voor het bepalen van een onderzoeksonderwerp kun je de mindmap gebruiken, wat weet je, wat wil je onderzoeken en hoe kun je het onderzoeken. Tegenwoordig wordt in het bedrijfsleven ook veel gebruik van mindmaps gemaakt: hoe zit mijn bedrijf/afdeling in elkaar, hoe lopen de verantwoordelijkheden of wat zijn de lijnen waar we aan werken en op welke manier of hoe ontwikkelen we toekomstplannen, wie doet het /wat gaan we doen/ waar gaan we het doen.
De methode is te gebruiken voor het leren, herinneren van, visueel denken en probleem oplossend bezig zijn op velerlei gebied. Op het internet kun je “FreeMind” downloaden, een kosteloos mindmapprogramma. Een alternatief is het programma Cmap Tools van het IHMC (Institute for Human and Machine Cognition), een aanrader voor het maken van concept maps. Zowel een mindmap als een concept map is een visueel schema om structuur weer te geven. Het belangrijkste verschil is dat een mindmap een enkel concept behandelt waardoor deze ook een boomstructuur kan hebben, een concept map heeft altijd een netwerkstructuur.

Flashcards

Voor veel leerlingen is het lastig om woordjes te leren, vooral als het er veel tegelijk zijn. Wij raden leerlingen daarom vaak aan om met zogenaamde “flashcards” te werken. Dit zijn kaartjes waarop je aan de ene kant het vreemde woord schrijft en op de andere kant de Nederlandse betekenis.

Snel en gemakkelijk woordjes leren met flashcards

Zodra je de kaartjes hebt gemaakt, ken je gelijk al een aantal woorden doordat je ze een keer hebt opgeschreven. Vervolgens kun je de kaartjes husselen en een aantal keer doornemen. Je kunt dan stapeltjes maken van de woorden die je al kent en van de woorden die je nog niet kent. Je ziet dan heel snel effect, omdat de stapel met woorden die je kent steeds groter zal worden.
Het lijkt misschien veel werk om de kaartjes te maken, maar je zult zien dat wanneer je een stapeltje A4-vellen in stukken knipt of scheurt je al heel snel een grote stapel kaartjes hebt.
Het grote voordeel van deze leermethode is dat je jezelf constant kunt overhoren en dat je de woordjes op een andere volgorde leert dan in het boek. Je kunt de kaartjes overal mee naartoe nemen, waardoor je ook zonder het boek nog even alles kunt doornemen als je bijvoorbeeld in de bus zit. Flashcards zijn overigens ook zeer geschikt om andere stof mee te leren zoals begrippen, jaartallen of wiskundige formules. Veel succes!

Structuur

Vaak lijkt het halve werk al gedaan zodra het studieboek is opengeslagen en de leerling zit te werken. Het is echter zonde om dit te doen zonder een goede voorbereiding!

Breng Structuur aan in je studiematerialen!

Studieboeken zijn opgebouwd uit verschillende soorten teksten en plaatjes. Hoewel deze afwisseling het geheel aantrekkelijker zou kunnen maken, werkt het juist verwarrend als je hier niet goed gebruik van maakt. Help uw zoon of dochter daarom om de structuur van het boek te ontdekken voordat hij of zij begint.
Stel voor het leren de volgende vragen:
  • Wat voor soorten tekst staan er in elk hoofdstuk en waarvoor dienen die (bronnen, plaatjes, achtergronden etc.). In welke volgorde kunnen deze teksten het beste worden gelezen?
  • Waar kan je woorden opzoeken die je niet snapt (achterin een hoofdstuk of het boek, in het woordenboek, op internet)? Leg alle benodigde materialen klaar.
  • Hoe kan je jezelf overhoren (staat er een samenvatting of kernbegrippenlijst achter in het boek, of maak ik anders zelf zo’n overzicht)?
  • Hoe kan je jezelf toetsen (staat er een diagnostische toets achter in het boek)?
  • Wordt het boek ondersteund door een website of een cd-rom en wat is hierop te vinden?
  • Dan is het tijd om de stof erbij te pakken. Om welk hoofdstuk(ken) gaat het? Uit welke paragrafen bestaat dit? Waar zal het over gaan? Lees de inhoudsopgave, de kernvraag aan het begin van een hoofdstuk en de tussenkopjes vast door. Dan pas kan het leren beginnen!
Deze stappen kunnen op den duur sneller doorlopen worden. Het blijft echter belangrijk om de structuur en mogelijkheden van de gebruikte studiematerialen te kennen om hier optimaal gebruik van te kunnen maken. Zo heeft uw kind meer overzicht en weet u waar hij of zij mee bezig is. Om na te gaan of een leerling de stof echt heeft begrepen is het ten slotte goed om hem of haar in eigen woorden te laten vertellen wat hij of zij heeft geleerd.

Schoolagenda

Het hebben van een agenda is net zoals het hebben van een auto. Er gaat een bepaalde status van uit en het laat zien wat voor mens je bent. Een leerling zal een ‘toffe’ of ‘coole’ agenda willen! Toch moet hij/zij niet vergeten waar zo’n agenda nou echt voor is: namelijk het bijhouden afspraken, cijfers en huiswerk! (en plannen of het huiswerk die dag gedaan wordt of dan af moet zijn)
agenda-uitleg
Om niet te verzanden in te felle kleuren en schreeuwerige teksten in al die hippe agenda’s waardoor er geen huiswerk meer opgeschreven kan worden, zijn hier een paar tips voor het kiezen van een goede agenda.
Zorg voor voldoende schrijfruimte. Plaatjes en foto's zijn leuk maar huiswerk moet wel goed genoteerd kunnen worden. Er moeten ook voldoende lijntjes zijn, want als er tot laat les is dan moet ál het huiswerk erin passen!
Voorin moeten duidelijke cijferlijsten zitten, met ruimte om de datum en waar het cijfer voor is te noteren. Door dit goed bij te houden, krijgt een leerling inzicht in zijn prestaties en kan hij mogelijk ook achterhalen waardoor hij die keer juist een matig of een heel goed cijfer haalde.
Achterin moeten ook wat lege vellen zitten voor losse notities. Hier kan uw kind gegevens kwijt over werkstukken die gemaakt moeten worden en titels van boeken voor de leeslijst.Het moet dus een agenda zijn die hip én handig is!! Kijk bijvoorbeeld op www.alleschoolagendas.nl


Onthouden

Ieder mens is verschillend, dus iedereen heeft ook zijn eigen voorkeuren en talenten om dingen te onthouden. Dit kun je testen door drie verschillende rijtjes met woorden in dezelfde vreemde taal te leren op drie manieren: door er een paar minuten naar te kijken (ziend leren), door ze hardop te zeggen (luisterend leren) en door ze op te schrijven (bewegend leren). Zo ontdekt u welke manier voor uw kind de meest effectieve manier is om dingen te leren en onthouden.

Wat is de beste manier om iets te onthouden?   

  • Wanneer mensen iets lezen en je vraagt ze na een week wat ze zich daar nog van kunnen herinneren, blijkt dat ze heel veel vergeten zijn. Ze hebben maar 10% onthouden van wat ze hebben gelezen!
  • Wanneer mensen luisteren naar een verhaal en je vraagt na een week wat ze er nog van weten, dan is dat ook nog niet erg veel, namelijk maar 20%.
  • Wanneer mensen iets zien, dan weten ze daar na een week nog 30% van. En als je tegelijk iets hoort en ziet, bijvoorbeeld bij tv kijken, dan blijft al wat meer informatie hangen: 50%.
Wat werkt wel goed? Als je een tekst die je bijvoorbeeld hebt gelezen of hebt gehoord met anderen bespreekt, weet je na een week nog 75% van alles wat je hebt gezegd. Maar het kan nog beter, je onthoudt maarliefst 90% van wat je uitlegt aan anderen. Dit kunnen leerlingen ook toepassen op hun schoolwerk!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten